In het middelbaar waren biologie en wiskunde mijn favoriete vakken. Aangezien die ook veel aan bod komen in de opleiding Bio-ingenieurswetenschappen, sprak de richting mij aan. Maar je leert ook denken als een ingenieur: je leert waarom iets op een bepaalde manier in elkaar zit en hoe je het kan toepassen in het dagelijkse leven. Dat sprak mij ook aan in de opleiding. Bovendien kan je als bio-ingenieur aan de slag in veel verschillende soorten jobs, wat het diploma extra aantrekkelijk maakt.

Ik ben doctoraatsstudent aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent, bij de vakgroep Biotechnologie. Ik doe onderzoek naar hoe planten zich verdedigen tegen ziekteverwekkers (nematoden), waarbij ik vooral kijk naar wat er binnenin de cel en de celkern gebeurt.

Een heel belangrijke factor om te slagen voor je studies is motivatie: zorg dat je een richting kiest die jou echt interesseert. In de opleiding tot bio-ingenieur kies je nog eens een afstudeerrichting in je derde jaar. In de twee jaar daarvoor heb je dus nog genoeg tijd om te ontdekken welke vakken je het meest interesseren.